Scherptediepte is een fijn hulpmiddel in de fotografie, vooral bij het maken van natuurfoto’s. Door te spelen met scherptediepte kun je de aandacht van de kijker richten op een bepaald deel van de foto.
Bij een kleine scherptediepte (groot diafragma, zoals f/2.8) wordt maar een klein deel van de foto scherp, terwijl de rest vervaagt. Dit is ideaal voor het isoleren van een onderwerp, zoals een bloem of een insect, een deel van een dier, tegen een zachte, onscherpe achtergrond.
Aan de andere kant, met een grote scherptediepte (klein diafragma, zoals f/16), blijft een groter deel van de foto scherp. Dit is handig voor landschapsfotografie, waar je zowel de voorgrond als de achtergrond scherp wilt hebben om de hele scène vast te leggen.
Door te experimenteren met verschillende diafragma-instellingen, krijg je verschillende resultaten. De sfeer van de foto kan er helemaal anders uit gaan zien.
Ik deel hier onder foto’s met een kleine scherptediepte. Ik ben daar wel fan van. Een zachte vage achtergrond vind ik mooi. Soms is de achtergrond helemaal onbelangrijk, maar spreekt de foto doordat maar een deel van een dier er uit springt. De foto’s zijn soms wat ouder, maar wel allemaal nieuw bewerkt.
Veel kijk plezier!